Past simple – Uitleg & Oefeningen

De past simple is de verleden tijd in de Engelse taal. Het wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn voltooid. Het wordt ook wel de simple past of preterite genoemd. Op deze pagina kun je uitgebreid oefenen met de past simple, je kunt ook gratis oefeningen maken. Dus lees snel verder!

Deze pagina kijkt zowel naar regelmatige als onregelmatige werkwoorden. Daarnaast leer je wanneer en hoe je de simple past gebruikt. Er wordt ook gekeken naar de uitzonderingen van de simple past.

Gratis oefeningen

Wil je direct oefenen? Kies dan één van de volgende oefeningen. Mocht je eerst nog uitleg willen lezen, scrol dan verder!

Spelling simple past oefenen (regelmatig)

Spelling simple past oefenen (onregelmatig)

Simple past oefenen (Bevestigende zinnen)

  • Oefening 1 (Invuloefening, regelmatige werkwoorden)
  • Oefening 2 (Invuloefening, regelmatige werkwoorden)

Simple past oefenen (Ontkennende zinnen)

  • Oefening 1 (Invuloefening, regelmatige werkwoorden)
  • Oefening 2 (Invuloefening, regelmatige werkwoorden)

Wanneer gebruik je de past simple?

De past simple wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn voltooid. Hierbij is het belangrijk dat de actie al gebeurd en voltooid is. De actie begon dus in het verleden en is ook in het verleden geëindigd.

Signaalwoorden past simple

Vaak staan er in zinnen signaalwoorden die laten zien dat de zin verleden tijd is en dat je de past simple moet gebruiken. Hieronder staan voorbeelden van deze signaalwoorden:

  • Yesterday
  • Last monday, last tuesday, last friday
  • One week ago, one month ago, one year ago
  • In 2004, in 2005, in 2010
  • A long time ago, three days ago

Regelmatige werkwoorden

Hoe gebruik je de simple past en hoe vervoeg je de simple past? Dat hangt ervan af of het werkwoord regelmatig of onregelmatig is. Dit kopje legt de regelmatige werkwoorden uit.

Bij regelmatige werkwoorden krijgen werkwoorden -ed achter de stam van het werkwoord in de past simple. Kijk maar eens naar de voorbeelden van regelmatige werkwoorden in de simple past:

I played soccer yesterday.
He missed the train.
We walked to the library this morning.
They cleaned the room.
Simple past met regelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

Als het werkwoord onregelmatig is, dan worden deze anders vervoegd in de past simple. Het rijtje onregelmatige werkwoorden moet je helaas uit je hoofd leren. Dit lijstje vind je hier.

Je kan bij onregelmatige werkwoorden dus NIET -ed achter de stam plakken. En elk onregelmatig werkwoord wordt weer anders vervoegd.

Kijk maar eens naar de voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in de past simple:

I sang a songEn dus NIET: singed
The ship sank.En dus NIET: sinked
He went home.En dus NIET: goed
She did not go home.En dus NIET: doed
Simple past met onregelmatige werkwoorden

Ontkennende zinnen in de simple past

Om een zin ontkennend te maken, gebruik je did not/didn’t. Let op, je maakt het werkwoord zelf niet negatief. Bij ontkennende zinnen is er geen verschil meer tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden. Kijk maar naar de voorbeelden:

Did notDidn’t
I did not play soccerI didn’t play soccer
The ship did not sink.The ship didn’t sink.
She did not go abroad.She didn’t go abroad.
He did not go home.He didn’t go home.
Simple past ontkennende zinnen

Vragen in de simple past

Om zinnen in de simple past vragend te maken, heb je did en het werkwoord nodig.

Gebruik ‘did‘ om vragen te maken
Did I play tennis?
Did the ship sink?
Did they go abroad?
Did we go abroad?
Simple past bij vragen

Uitzonderingen simple past

Let op, deze uitzonderingen gelden alleen voor regelmatige werkwoorden.

  1. Regelmatige werkwoorden die eindigen op -y
    Vervang in de simple past de -y met -ied.
    Voorbeeld: Cry -> cried
  2. Regelmatige werkwoorden die eindigen op -e, krijgen alleen -d op het einde.
    Voorbeeld: Race -> raced
  3. Regelmatige werkwoorden die eindigen op -c, krijgen -ked op het eind.
    Voorbeeld: Mimic -> mimicked
  4. Regelmatige werkwoorden die eindigen op -l met een klinker ervoor
    Verdubbel hier de -l
    Voorbeeld: Distil -> distilled
  5. Regelmatige werkwoorden die eindigen met medeklinker + klinker + medeklinker
    Hier moet je de laatste medeklinker verdubbelen, voordat je -ed erachter kan zetten.
    Voorbeeld: Beg -> begged