De present perfect wordt in de Nederlandse taal de voltooid tegenwoordige tijd genoemd. De present perfect wordt gebruikt om een handeling van het verleden weer te geven die nog steeds bezig is, of invloed heeft op het heden.
Dit klinkt misschien lastig, daarom wordt hier alles uitgebreid uitgelegd en kun je gratis oefeningen maken op verschillende niveaus.
Gratis oefeningen:
Wil je direct oefenen? Kies dan één van de volgende oefeningen. Mocht je eerst nog uitleg willen lezen, scrol dan verder!
Bevestigende zinnen oefenen
- Oefening 1 (Invuloefening)
- Oefening 2 (Invuloefening)
- Oefening 3 (Invuloefening)
- Oefening 4 (Multiple choice – have/has)
- Oefening 5 (Multiple choice – have/has)
Ontkennende zinnen oefenen
Maak vragen
- Oefening 1 (Invuloefening)
- Oefening 2 (Invuloefening) (Let op: Externe site!)
Nog meer oefeningen met have/has
Wanneer gebruik je de Present Perfect?
Voor de present perfect gebruik je altijd de tegenwoordige tijd van het werkwoord to have en de verleden tijd van een ander werkwoord.
Je gebruikt de present perfect:
1. Bij een handeling die nog bezig is en begonnen is in het verleden:
Als een handeling in het verleden begonnen is en nu nog steeds bezig is, dan gebruik je de present perfect.
Voorbeelden:
- I have lived in Amsterdam since 2000.
- He has worked here for two years.
2. Wanneer er gepraat wordt over een ervaring tot nu toe:
Voorbeelden:
- I have played the piano ever since I was 10 years old.
- I have read this book before.
3. Wanneer iets in het verleden heeft plaatsgevonden, maar nog belangrijk is in het heden.
Voorbeeld:
- She can’t get into her car. She has lost her keys.
4. Bij een handeling die heeft plaatsgevonden in een periode die nog niet voorbij is.
Wanneer een periode nog niet voorbij is, maar er hebben al wel handelingen plaatsgevonden dan kun je ook de present perfect gebruiken.
Voorbeelden:
- I have been to the store once this month. (Let op: de maand is nog niet voorbij)
- I haven’t eaten today. (Let op: De dag is nog niet voorbij)
5. Wanneer iets heel recentelijk heeft plaatsgevonden.
Als een handeling zojuist of kort geleden heeft plaatsgevonden, kun je ook de present perfect gebruiken. Hier kan je soms ook gewoon de Past Simple voor gebruiken.
Belangrijke signaalwoorden om te kijken of iets recentelijk heeft plaatsgevonden zijn:
- Just / already / recently / yet
Voorbeelden:
- The teacher has just announced the exam.
- He has just eaten.
- I’ve just seen Tom.
Ontkennende zin met Present Perfect
Om de zin ontkennend te maken, kun je not of never gebruiken. Dit hangt van de zin af. Never gebruik je als de zin over een ervaring gaat.
I have not seen that movie |
I have never seen that movie |
Signaalwoorden Present Perfect
Signaalwoorden zijn handig om te zien wanneer je present perfect moet gebruiken in een zin. Daarom is het slim om deze signaalwoorden te kunnen herkennen in een zin. Hieronder staat een lijstje met veelvoorkomende signaalwoorden bij de Present Perfect.
Yet |
Never |
Ever |
Already |
Just |
Since |
For |
Recently |
Up to now |
So far |